Bako National Park

Vandaag gingen we naar het Bako National Park. Het is het eerste nationale park van Sarawak, sinds 1957. Het ligt circa 40 km ten noordoosten van Kuching op een schiereiland. Het bestaat uit bos en zandsteenformaties. De flora bestaat onder andere uit diverse bekerplanten.

Na een ritje van een half uur kwamen wij aan bij een Maleis dorp, dat op palen is gebouwd langs de rivier: Kampung Bako. Er volgde nog een boottocht van 25 minuten over de Zuid-Chinese Zee om de kust van Bako National Park te bereiken. Niet echt Rob zijn grootste hobby, maar hij bleef kalm. Bijna elk type vegetatie, dat in Borneo te vinden is, kun je in Bako bewonderen. Er zijn 25 types van vegetatie te onderscheiden. Van het strand tot de mangrove bossen en het eeuwenoude oerwoud.

De constante erosie van miljoenen jaren heeft Bako een pittoreske kustlijn bezorgd met steile kliffen en uitstekende rotspunten en veel mooie zandstranden. De erosie wordt veroorzaakt door de constante golfslag aan de onderkant van de rotsen en heeft zodoende mooie gedenktekens in de zee achter gelaten. De mooie zandsteen formaties hebben mooie kleuren van roze tot lichtbruin.

Onze gids Loyd nam ons mee op weg naar een wandeling van zo’n vier uur, maar eerst gingen we vanaf het pad de jungle in om de neusaap te zoeken, die een bizar lange neus heeft en alleen op Borneo te vinden is. De lokale bevolking noemt deze aap "Monyet Belanda", wat Hollandse aap betekent. Dit was vroeger als grap over de Europese handelaars en kolonisten. Beide (de apen en de handelaars/kolonisten) waren harig, hadden grote rode neuzen en ronde buiken. Ze hebben een crèmekleurige borst met lange, grijze mouwen en sokken (poten) en een lange witte staart. In 1977 werden er in Sarawak nog zo'n 6400 neusapen geteld. Dat aantal is drastisch verminderd. Naar schatting leven er nu nog zo'n 1000 in Sarawak.

Tijdens onze wandeling moesten we flink klimmen over boomwortels, maar het was het allemaal waard. We kwamen veel dieren tegen: langstaart makaken, Silverleaf monkeys ( waaronder eentje met een baby ) grote hagedissen, King fish vogel, een wild zwijn, blauwe krabbetjes, speciale vis ( geen idee meer hoe die heet ) en een slang. Het was nog best lastig fotograferen omdat ze vaak heel hoog verstopt achter het bladerdek zaten. Na de lunch ( om twee uur ) maakten we nog een korte wandeling waar we een soort vleermuis zagen met een baby in de buidel. Het was een warme dag. Volgens Loyd zo’n 38 graden. Toen we weer terug gingen per boot moesten we door het water naar de boot lopen en we merkten dat het water heel erg warm was. Warmer dan wij zelf waren dus rond de 40 graden.

Tijdens onze tour dronk Rob ruim drie liter water. Om half vijf waren we terug in het hotel waar we gelijk een verfrissende duik in het zwembad namen.